Vragen aan Logeleden
4 Leden Loge Driehoek

      
Enkele leden van Loge Driehoek kregen vier belangrijke vragen voorgelegd. Benieuwd?  Lees dan even mee ...


1. Wat was de beweegreden om vrijmetselaar te worden?

Ik heb geleidelijk ontdekt dat 'kennen-weten-denken' hun grenzen, hun beperkingen hebben. Vooral wanneer het gaat om meer metafysische onderwerpen. De vrijmetselarij werkt met symbolen en ritualen: dit is een andere weg waardoor men nader kan komen tot het mysterie van het leven. Een methode zonder leerstelligheden. Zo'n weg zou misschien ook via muziek, kunst, natuur kunnen worden gegaan, althans tot op zekere hoogte. De methode van de vrijmetselarij reikt echter voor mij verder.

Een boek van de antroposoof Lievegoed zette me op een spoor: aandacht leren schenken aan je innerlijk, je innerlijke wereld. Voor mij geldt als levensopgave een meer waarachtig mens te worden, mezelf beter te leren kennen, meer mezelf te worden. Het werken met analogieën en symbolen geeft mij de grotere diepgang die ik zoek.

Al vroeg ben ik geboeid geraakt door kosmische vraagstukken. Er kwamen mensen op mijn weg, die mij hierin stimuleerden. Bijzonder was echter de tentoonstelling over de vrijmetselarij, door de Duitsers in 1941 in het vroegere ordegebouw aan de Fluwelen Burgwal georganiseerd. Door gebeurtenissen in mijn persoonlijk leven kwam er nog een tweede leitmotief bij: iets te kunnen betekenen voor je medemens. Ook op dit punt heb ik binnen de vrijmetselarij veel geleerd.

Ik ben Rooms Katholiek opgevoed, heb in mijn jeugd de kerk bezocht. De plechtigheid van de mis, de sfeer in de kerk spraken mij aan. Ik heb mij van de kerk als organisatie losgemaakt en ben toen verder gaan zoeken. Enkele van mijn jeugdvrienden waren vrijmetselaar; hun verhalen intrigeerden mij. Deze contacten plus het bijwonen van een voorlichtingsbijeenkomst hebben uiteindelijk de doorslag gegeven.Het was voor mij moeilijk om vooraf precies aan te geven waar ik naar zocht. Ik bespeurde een drang in mezelf. Nu ik vrijmetselaar ben geworden weet ik - en dit dus achteraf - dat ik hier naar op zoek was.




2. Wat betekent het om vrijmetselaar te zijn?

Het is natuurlijk meer dan ceremonieel: de beleving staat voorop. Om het eens wat plechtig te zeggen: de beleving van de grootsheid van ‘het zijn’. Ik zie een inwijding ook echt als een verschuiven van grenzen; als een stimulans om verder te komen in geestelijk / religieus opzicht. Daaraan dragen trouwens ook de bouwstukken van de logeleden bij.

Voor mij betekent vrijmetselaar zijn het 'zich bezinnen op...', om vervolgens iets in de wereld te zetten. Ik zie de mens, man of vrouw, als een levenskunstenaar, die met een zekere passie tot creëren komt. Ieder mens moet daarbij die vorm van zelfexpressie vinden, die bij hem of haar past.

De vrijmetselarij biedt mij de mogelijkheid te leren om door de uiterlijke wereld heen te zien, om de geestelijke achtergronden ervan te ontdekken en te beleven. Het werken met symbolen en ritualen is daarbij onmisbaar.

Opvallend is wel, dat ik er dagelijks mee bezig ben. Steeds moet ik denken aan al de indrukken die op me afkomen. Ik ben erg geboeid geraakt door wat ik meemaak. De Open Loges staan daarbij voorop. De sfeer, de entourage, de plechtigheid maken op mij grote indruk. Soms ben ik zelfs ontroerd. De comparities dwingen mij tot nadenken. Maar ik moet natuurlijk zeggen: ik sta als leerling nog maar aan het begin.




3. Wat is er zo bijzonder of uniek aan het logeleven?

Uniek aan het logeleven is dat er een sfeer van onderling vertrouwen heerst. Dat je in de loge dingen over jezelf kunt zeggen. Ik vind het plezierig om in de loge de medebroeders te ontmoeten. Dat stimuleert mij, ik vind het erg vruchtbaar.

Ik vind het deelnemen aan Open Loges bijzonder. Ik kan een verband leggen tussen het spel dat we daar spelen en het dagelijks leven. In het rituaal tref ik de thematiek van geboorte en dood aan, van afscheid nemen en nieuwe verbintenissen aangaan. In de comparities kan ik daar vervolgens met anderen over praten.

Normaal zijn we altijd met onszelf bezig. In de loge leer je te luisteren: het werk van de ander moet tot je doordringen. Ook leer je om met anderen samen te werken. Via functies in de loge word je gestimuleerd tot meer zelfwerkzaamheid. Functies binnen de loge hebben mij geholpen in mijn ontwikkeling.

Ik zou het ‘onverbiddelijke saamhorigheid’ willen noemen, gedragen door openheid, eerlijkheid en vertrouwen. Met ruimte voor verschillen in opvatting.




4. Wat houdt broederschap in?

Broederschap beleef ik vooral in de loge, in de contacten met de andere logeleden. Voorwaarde is dan wel dat je zelf actief meedoet. Broederschapsidealen kunnen vaak te hoogdravend zijn. Een 'de aarde omspannende broederschap' is voor mij tamelijk irreëel. Natuurlijk is men in andere landen gastvrij en gaan daar de deuren van de loges voor je open. Maar dat de broederschapsgedachte zelfs daarbuiten de toon zou (moeten) zetten lijkt mij wat ver van de werkelijkheid.

Broederschap is voor mij een tamelijk abstract begrip. Voor mij is het meest wezenlijke de sfeer van vertrouwen in de ontmoeting met de ander. Een ander aspect daarbij is het met elkaar in actie komen. Broederschap zie ik vooral als middel, niet als doel.

Broederschap associeer ik met je kwetsbaar kunnen opstellen. En omgekeerd: de uiting van de ander op waarde willen schatten. Het belangrijkste daarbij is: luisteren. liefde, betrokkenheid zijn voorwaarden. Je kunt het leren. Ook op dit punt acht ik de vrijmetselarij een leerschool.

Broederschap wordt gedragen door de verbondsgedachte: het delen van een ervaring maakt ons tot broeders. Bij mijn inwijding heb ik dit zo gevoeld. De tekst (van het inwijdingsrituaal) spreekt er ook over. Daarnaast is het net of je er een aantal vrienden bij krijgt. Het heeft mij gefrappeerd hoe ik me al vanaf de avond van de inwijding opgenomen voelde.





Is uw interesse gewekt? Neem contact met ons op!